We denken er liever niet over na en praten er al helemaal niet graag over, maar ook in een bedrijf kan het noodlot toeslaan wanneer een van de sterkhouders plots overlijdt. Een goed bedrijfsleider bereidt zich op dit soort worst case-scenario’s voor om de continuïteit van zijn bedrijf veilig te stellen bij het overlijden van de bedrijfsleider/aandeelhouder.
Draagt u in uw bedrijf het petje van zowel bedrijfsleider als aandeelhouder? Dan verzekert u zich best met het bedrijf én privé. Een bedrijfsleidersverzekering zorgt ervoor dat uw bedrijf zijn openstaande leningen kan blijven afbetalen bijvoorbeeld. Met een overlijdensverzekering dekt u zich persoonlijk in om de aandelen van de overleden vennoot te kunnen overnemen. Beide verzekeringen zijn nodig voor de continuïteit van uw bedrijf.
Het overlijden van de bedrijfsleider heeft meestal een negatieve impact op de prestaties en inkomsten van het bedrijf. Toch moeten vaste kosten, zoals een openstaande schuld, gewoon verder betaald worden. Op dat moment biedt een bedrijfsleidersverzekering financiële houvast terwijl op zoek gegaan wordt naar een oplossing voor het bedrijf.
Deze polis wordt afgesloten door de vennootschap, die ook de begunstigde is bij overlijden, en de premies zijn fiscaal aftrekbaar. Let wel op: als uw bedrijf voor 100.000 euro schulden heeft, bent u misschien geneigd om u voor 100.000 euro te verzekeren. Weet echter dat de uitkering van uw verzekering beschouwd wordt als belastbare winst en dat er dus vennootschapsbelasting op betaald moet worden. Stel dat die 25.000 euro bedraagt, dan blijft er nog 75.000 euro over. Niet genoeg dus om de openstaande schuld weg te werken. In dit geval doet u er beter aan om een kapitaal van 125.000 euro te verzekeren.
Wanneer een aandeelhouder plots overlijdt, ontstaat niet zelden discussie met de erfgenamen over het bedrag waar zij recht op hebben. Zeker als ze weinig of geen voeling hebben met het bedrijf, zijn de verwachtingen hieromtrent vaak hooggespannen en mogelijk zelfs onrealistisch.
Zorg er daarom voor dat uw aandeelhoudersovereenkomst niet alleen bepaalt wie er in de vennootschap aan het roer staat en met hoeveel procent van de aandelen, maar dat ze ook goede afspraken bevat over voorkooprecht en hoe de vennootschap gewaardeerd zal worden als de wegen van de aandeelhouders scheiden of één van hen overlijdt.
U denkt misschien: “Bij ons zijn dat soort zaken goed geregeld in onze aandeelhoudersovereenkomst. We hebben afgesproken dat de vertrekkende vennoot of de erfgenamen bij overlijden een bepaald bedrag zullen krijgen.” Allemaal goed en wel, maar heeft u er ook over nagedacht hoe u dat bedrag zomaar ineens op tafel gaat leggen? Minstens even belangrijk als de bedrijfsleidersverzekering voor de vennootschap, is de overlijdensverzekering die u persoonlijk onderschrijft. U bent de verzekeringnemer en tegelijk de begunstigde wanneer uw medevennoot (verzekerde) overlijdt. Deze verzekering kan niet via uw vennootschap onderschreven worden en is niet fiscaal aftrekbaar, maar wel erg cruciaal voor het voortbestaan van uw zaak. De juiste bedragen, opbouw en verzekeringstechniek zijn bij een overlijdensverzekering voor aandeelhouders bijzonder belangrijk.
Dan is de jacht op uw spaargeld geopend.
Maar laat u niet vangen! Lees in ons blogbericht waarom u beter geen overhaaste beslissingen neemt…